Landen, wapen - stadszegels - geschiedenis regio Landen

geohistorische tijdingen
stad Landen

DEZE WEBSITE IS IN OPBOUW. GELIEVE BIJGEVOLG ENIG GEDULD UIT TE OEFENEN.

Georges Wemans
Geschiedenis van de Landense regio
Ga naar de inhoud
Middeleeuwen
Het Romaanse zegel van Landen
 


 
Als een der weinigen, mag Landen fier de Brabantse leeuw in haar vlag voeren. De leeuw verscheen in de heraldiek in de vroege Middeleeuwen, toen kruisvaarders naar het Heilig Land trokken en dit 'symbool van macht en moed' naar onze streken meebrachten om te gebruiken in hun blazoen. De leeuw prijkt ook op het huidige stadszegel, overgenomen van het gotische zegel, voor het eerst gekend in 1482. Dat Landen echter een veel oudere traditie kent, die teruggaat tot de Merovingers, bewijst het Romaanse zegel, gebruikt vanaf zijn stichting rond het begin van de 13de eeuw. Op het eerste, ons bekende zegel van de stad Landen stond de leliebloem, symbool der Karolingers. De stad gesticht door Hendrik I van Brabant, werd met keuren en vrijheden begiftigd, en het was vanzelfsprekend dat haar zegel zou herinneren aan een ver verleden. Het zegel was merkwaardig. In zijn veld droeg het een grote mooi ontloken leliebloem en zijn onderschrift in Romaanse hoofdletters herinnerde aan het feit dat Landen gebruik mocht maken van dezelfde vrijheden als deze van de Brabantse stad 's Hertogenbosch, iets vroeger gesticht [1].
 
‘S. VILLE DE LANDENSES UTENTIS LIBERTATE DE SILVA DUCIS’
 
'Zegel van de stad Landen, die beschikt over de vrijheid van 's Hertogenbosch'.
 
Over de betekenis van de leliebloem op het Landense wapenschild, vonden wij een interessante studie door Ernest PITON [2]. "In West-Europa werd de leliebloem als versieringsmotief reeds gebruikt in de vroegste tijden. Bewijs hiervan zijn de gallische muntstukken uit de eerste eeuw van onze tijdrekening, zoals die in de Nationale Bibliotheek te Parijs worden bewaard. Het leliemotief komt ook voor op de Merovingische munten van het type Genappis en op de zegelring van koning Childeric, teruggevonden in zijn graf te Doornik in 1653, en waarop het harnas van de koning bezaaid is met lelies. De Parijse bibliotheek bewaart ook het beroemde psalmenboek van Karel de Kale, van de hand van Luithard tussen 842 en 869. Op een miniatuur zien wij de scepter van de vorst, eindigend op een lelie. Dit is de oudst bekende afbeelding van de lelie als machtssymbool. De Karolingische dynastie, na een lange periode van grootheid en macht, doofde in Germanië uit om plaats te maken voor Conrad en Otto. In Frankrijk kwamen de Capetingers. Maar wonderlijk genoeg, de lelie ging over op de wapens van de Germaanse vorsten en de eerste Capetingers. Hugo Capet, Robert de Vrome, Filips I en Lodewijk VI droegen de lelie op hun blazoen, en Lodewijk VII (1137-1180) koos de lelie als zinnebeeld van het koninkrijk, sindsdien het symbool van de Franse monarchie gebleven.
 
 
Het oude zegel van Landen was merkwaardig. Door de eenvoud van zijn tekening en de soberheid van de versiering vormt het een mooi voorbeeld van romaanse kunst in het begin van de XIIIe eeuw, tijdstip waarop de stad werd gesticht. Op zijn veld ontvouwt zich een grote lelie met gekapte voet waaronder het romaanse opschrift. Van dit zegel zijn twee merkwaardige afdrukken bewaard. Ze behoren beiden tot het Rijksarchief van Brussel en hangen aan twee charters uit de XIVe eeuw.
Het eerste charter dateert van 8 maart 1355 en toont aan op welke manier de gemeentelijke macht in de Brabantse steden zich heeft ontwikkeld. Hertog Jan III had zijn drie zonen verloren en bleef achter met evenveel dochters. Om de onverdeeldheid van zijn gebied veilig te stellen, duidde hij zijn oudste dochter Johanna aan om na zijn dood zijn rijk te regeren. Deze was gehuwd met Wenceslas van Luxemburg, en moest de andere zusters hiervoor geldelijk vergoeden: Maria, gehuwd met de graaf van Gelderland en Margareta, echtgenote van Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen. Maar de Brabantse steden die voorzagen dat er wellicht troebelen zouden voortspruiten uit deze wilsbeschikking, verenigden zich en verklaarden in elk geval te blijven onder één prins, zodoende hun voorrechten verzekerend. Deze akte werd bezegeld door Brussel, Leuven, Antwerpen, Tienen, 's Hertogenbosch en Landen.
Het tweede charter is van 18 februari 1372 en bewijst nog eens de onderlinge verbondenheid der Brabantse steden om in geval van gevaar hun krachten samen te bundelen. In die tijd bracht Wenceslas een leger op de been tegen de hertog van Jülich die hij ervan verdacht aanspraak te maken op de streek tussen Rijn en Maas. Maar deze laatste, geholpen door de Graven van Gelderland en Berg, versloegen op 18 augustus 1371 de Brabanders te Rolduc. Wenceslas viel, samen met een uitgelezen schare edelen en ridders in de handen van de vijand. Zo groot was de consternatie in onze streken dat 44 steden en dorpen een bondgenootschap sloten. Het zegel van Landen prijkt onderaan de keure.
Het Rijksarchief te Brussel bewaart eveneens de afdruk van het Landens zegel met lelie op een perkament van 21 december 1374 waarin Jan van Berloz, bijgenaamd Landinis, een voorafbetaling bekomt voor de verliezen geleden is de slag van Basweiler. Op het document prijkt ook het wapenschild van het machtige huis van Berloz, waarvan meerdere leden Heren van Landen waren in de XIVe eeuw. Jan van Berloz had op zijn blazoen een roos met drie lelies. Een andere schuldbrief, eveneens met betrekking tot Basweiler, is van Jan van Landen en dateert van 1382, en hierop prijkt eveneens de leliebloem.
Nochtans kon de stad Landen zijn dromen niet waarmaken. Gesticht om als opvangschild te dienen in de weerstand tegen Luik, vervulde ze trouw haar opdracht en ving als voorpost de eerste schokken op. Door het land te beschermen werd ze opgeofferd. Toen de stad later op haar wapenschild de Brabantse leeuw koos, verdiende niemand beter deze ‘klimmende zwarte leeuw, rood getongd en geklauwd, op zilverveld.’
 
 
------------------------------------------------------
 
[1] Delameillieure P. (1981). Vlag en stadszegels van Landen. Ons Landens Erfdeel nr. 13, 44.
[2] Piton E. (1927). La fleur de Lys sur le premier sceau de la ville de Landen. Uittreksel Bulletin de l'institut archéologique Liègeois. Tome 51.

Het gotische zegel (het huidige wapen)


Wanneer Landen vanaf 1933 in officiële documenten haar eeuwenoude stadstitel herneemt, vraagt ze terug gebruik te mogen maken van een der zegels waarvan ze eertijds in het bezit was: het gotische met het vrijheidscharter. Op eensluidend advies van de Koninklijke Raad van de Adel krijgt ze daartoe machtiging bij Koninklijk Besluit van 22 februari 1936. Het zegel wordt als volgt beschreven: ‘Met een schild van zilver, met een leeuw van sabel, genageld en getongd van keel, met gespleten en schuin kruiselings geplaatste staart. Het schild overtopt met een geklede voorarm, een diploma of gemeentelijk charter zwaaiend. Dit alles begeleid van twee boompjes'.
Het omschrift vermeldt: ‘SIGILLUM OPPIDI LANDENSIS AD CAUSAS’.
Dit gotische zegel verving het romaanse zegel, verloren gegaan in de brand van 28 november 1482. Toen werden de grondvesten door de Luikenaars overrompeld, de keuren en vrijheden gingen in de vlammen op. Op 14 november 1510 stelde keizer Maximiliaan van Oostenrijk de stad terug in het bezit van haar oude vrijheden. De stadsoverheid, om dit heuglijk feit te vereeuwigen, verving haar tijdens de brand van 1482 verloren gegane zegel door een ander, dat het belang onderstreepte van haar verworven vrijheden. Van dit zegel bewaart het Rijksarchief een afdruk, gehecht aan een charter van 7 juni 1513, waarin burgemeester, schepenen en inwoners van Landen zich verbinden het derde deel van accijnsrechten en boeten te besteden ‘tot ter reparatie, fortificatie ende onderhouden der Stadt van Landen’.

Beschrijving van het huidige zegel
In zilver een dubbelstaartige leeuw van sabel, geklauwd en getongd van keel. Het schild getopt met een geklede voorarm houdende een oorkonde, alles van goud en begeleid met twee bomen van natuurlijke kleur, het geheel op een grasgrond geplaatst.


Terug naar de inhoud